Sunday, June 19, 2005

 

BOERDERIJEN IN VESTING NAARDEN

______________________________
In de Gooise dorpen Laren en Blaricum zijn nog enkele oude boerderijen. Karakteristiek zijn hun hoge rieten daken en grote hooischuurdeuren.
Vroeger bestonden deze dorpen hoofdzakelijk uit sobere boerderijen, die kris kras rond de Brink gebouwd waren. Na de ‘ontdekking’ van 'het land van Mauve', zijn tussen de boerderijen villa's gebouwd. Hierdoor werd het karakter van de dorpen aangetast. De nieuwe elite van de 'Gooise Matras' doet de rest. Nu worden de boerderijen zelf verkitscht en de
autochtone bewoners verdrongen.
In het stadje Naarden leefden boer en burger eeuwenlang samen tot beider voordeel. De boerderij fungeerde als voedselvoorraad bij belegering van de Vesting. Boerderijen en woonhuizen stonden pal naast elkaar. De boerderijen zijn daardoor aangepast aan de rechte straten en de beschikbare ruimte. De daken zijn bedekt met dakpannen, omdat riet te brandbaar is. De voorschriften dateren uit de 17e eeuw, na de grote brand, die het westelijk deel van de Vesting grotendeels verwoestte.
Wie nu een boerderij in bedrijf wil vinden, zal tevergeefs zoeken. Het laatste bedrijf is in 1967 gestopt op bevel van de burgemeester. Deze boerderij is afgebroken, om plaats te maken voor een rijtje nieuwbouw woningen. Een dicht bebouwde kom verdraagt nu geen veehouderij meer. Wat nog rest zijn tot woningen omgebouwde boerderijen. Enkele ervan zijn van buiten nog herkenbaar. De boeren, meestal erfgooiers, zijn eruit verdwenen.
Laat ons eens kijken naar het reilen en zeilen op zo'n boerderij. In het voorjaar, begin mei, gaan de koeien naar de wei. Voordat dit gebeurt worden de dieren voorzien van een nummer, dat in een hoorn gebrand wordt. Een meentbeambte, de 'bulleboer’ doet dit in de periode vóór de zogenaamde schaardag. Hij gaat de boerderijen af met brandijzers. Buiten op het erf wordt een houtvuurtje gestookt en de brandmerken gaan in het vuur. De koeien worden één voor één van stal gehaald, buiten gebrand en weer op stal gezet. Niet 'gebrande koeien' worden niet op de meent toegelaten. Het merken voorkomt verwisseling van eigenaar, daar het vee gemeenschappelijk geweid wordt. Bovendien moet het toegestane schaar eigendom van de bewuste erfgooier zijn.
Als op de schaardag om vijf uur 's morgens de koeien de stal verlaten, zijn ze in een uitgelaten stemming. Maandenlang hebben ze op één plaats gestaan. Nu kunnen ze lopen en springen. Natuurlijk doen ze dat. Het erf is afgezet met karren en planken. Als ze buiten los lopen, zijn ze bijna niet in toom te houden. De buurtjongens zijn van de partij, voorzien van dikke knuppels. Het is een jaarlijks terugkerende gebeurtenis voor hen, zoals nu bijvoorbeeld 'luilak'. De jongens vinden het een sport om als eerste aanwezig te zijn. Voordat het vee de stal verlaat, wordt het bij katholieke boeren door de boerin gezegend met een palmtakje gedoopt in wijwater. Het vee is kwetsbaar en de natuur grillig.
De boer kiest uit de koeien een koe om als koploper te fungeren. Deze krijgt een touw om de horens en met de boer voorop vertrekt de kudde. Het vee wordt los door de nauwe straten gedreven. Bij iedere steeg of zijstraat posteert zich een jongen met een knuppel. Het doel van de kudde is de Naardermeent. Na de uittocht blijven de koeienvlaaien in de straten achter. Buiten de Vesting krijgen de koeien het helemaal op hun heupen. Ze ruiken de wei en gaan steeds harder hollen. Met moeite zijn ze in het gareel te houden. Elkaar verdringend gaan ze door het meenthek. De begeleiders blijven het uitgelaten vee nog even bekijken. Ze maken met eerder gekomen boe-ren een praatje. De jeugd heeft leedvermaak met degenen die later komen. dan gaat iedereen naar de boerderij terug, vaak met wilde verhalen. De jon-gens voelen zich erg flink tegenover het nogal wild geworden vee. In de boerderij wordt wat gegeten en gedronken. De jeugd krijgt een fooi, gaat naar huis en naar school.
De stallen en schuren zijn nu bijna leeg. Alleen de jongste kalveren blij-ven achter en het paard overnacht zo nu en dan. De pinken en 'vetweiers' worden naar de Buitendijken bij Muiderberg gebracht. In de stallen wordt een grote schoonmaak gehouden. Eerst wordt alles uitgemest, dan geboend en geschrobd. Binnen en buiten worden de muren gewit met kalk, de onderzijde van de buitenmuur geteerd. De staken, waaraan de koeien stonden, worden geboend. Tussen de staken en de groep wordt wit zand, van het 'Zuiderzeestrand' gestrooid. Als de strontput is geleegd en met de mestvaalt naar het land is gereden, worden de boerenwagens schoongemaakt. De schone wagens worden gesmeerd en zijn gereed voor de komende hooibouw.
Het erf wordt schoongehouden door vrij rond scharrelende haan en kippen (eieren scharrelden toen nog niet!). Geen sprietje gras is veilig voor hen ... en haan. De eieren leggen ze her en der in de schuren. Het eierenrapen is voor de jeugd een dagelijkse speurtocht. Soms zijn eieren en kip onvindbaar. Plots duikt later een vermagerde kip op, gevolgd door donzige kuikentjes. Het is volop lente !
________________________________
Verklarende woordenlijst:
Erfgooiers: Afstammelingen van ‘autochtone Gooise bevolking voorkomende op erfgooierslijst 1708‘
Meent : Gemeenschappelijk weidegebied.
Bulleboer : Meentopzichter en tevens stierhouder.
Schaar : Aantal dieren, dat geschaard (geweid) mocht worden. Grootte van het schaar afhankelijk van de kwaliteit van het grasland en het aantal scharenden.
Schaardag : Eerste dag waarop het vee op de meent werd toegelaten. (meestal 1 mei)
Pink : Puber koe.
Vetweier : Koe, die werd vetgemest t.b.v. de slacht.
Staken : Elzenhouten palen (later ook ijzeren pijp) waaraan de koe met touw was vastgezet.
Afbeeldingen:
blz. 25: Foto van de achterzijde boerderij: Boerderij "Zwanenburg" voorjaar 1967 vóór de definitieve "grote schoonmaak". Bewoond door de familie H.W. de Gooijer-Post van voorjaar 1927 tot voorjaar 1967.
blz. 27: Tekening hoekje boerderij: De boerderij "Zwanenburg" naar een aquarel van G. Th. Benink, 1945.
------------------------------------------------------

VESTINGBOEREN VAN NAARDEN UIT 1932 \
 (aantal koeien)
Gooijer de   Cornelis : St. Vitusstraat 49  9
Gooijer de   Dames Gijsbertha  en Bertha  Raadhuistraat  4:  6
Gooijer  de Jansz   Hermanus Wilhelmus  Bussummertstraat 29 : 11
Gooijer de -Krijnen Wed. Klaasje  Pijlstraat 6: 14
Gooijer de, Czn Piet St Vitusstraat 49: 8
Gooijer de , Janzn Wilhelmus Hermanus  Gansoordstraat 31  : 7
Hartog den Henk Regenboomdtrat 14: 9
Keijer Aart St. Vitusstraat 69 : 5
Keijer-Floor wed. Aart  St. Vitusstraat 69 : 6
Kos  J.  St. Annastraat 20: 14
Krijnen  Harman  St. Vitusstraat  15: 15: 10
Linck F.W.G.  Kloosterstraat  8: 34
Linck G.   St. Vitusstraat 50 : 21
Rijk de.  Regenboogstraat 14:  8
Splint , S  Gansoordstraat 52 : 4

Rijk de Pzn  W   Gansoordstraat 15 :  7  

___________________________________________________________
BOERDERIJEN IN DE VESTING.
DE OMROEPER, MAART 1988 JRG. 1, NR. 2 [PAG. 24/27]
____________________________________________________________
F.J.J. de Gooijer
http://gooijer.netfirms.com/
http://gooijer.nl.jouwpagina.nl/
_______________________________________________________________

This page is powered by Blogger. Isn't yours?